Cohen, Peter (2017), De emancipatie van ‘afhankelijkheid’. Angst voor ‘verslaving’ kan verminderen. In: Freek Polak (red.), De kwaal is erger dan het middel. Over de noodzaak van legalisering van drugs. Amsterdam, Gibbon.
© Copyright 2017 Peter Cohen. All rights reserved.

[English]

De emancipatie van ‘afhankelijkheid’

Angst voor ‘verslaving’ kan verminderen

Peter Cohen

‘Et la génerosité consiste souvent à comprendre et à respecter les dépendences d’autrui, et non à les harceler au nom de la morale.’ Albert Memmi [1]

Mijn visie op ‘verslaving’ is geïnspireerd door een verschijnsel dat we allemaal kennen: mensen binden zich sterk aan andere mensen. Bijna alle mensen gaan bindingen aan met een partner of familieleden, bindingen die zo sterk kunnen zijn dat het verbreken ervan (bijvoorbeeld door een sterfgeval) als zeer pijnlijk wordt ervaren. Niet lang geleden verloor ik mijn hond en ook daar bleek hoe pijnlijk dat was, het doorsnijden van een binding aan een huisdier waaraan ik me sterk had gehecht. Mensen hechten zich aan objecten [2] die belangrijk zijn geworden, en geven die bindingen niet zomaar op.

‘Niet zomaar opgeven’ is nog zacht uitgedrukt. Immers, ook al zouden we van een binding af willen, dan nog lukt dat vaak helemaal niet! Een goed voorbeeld: mensen die uit Nederland emigreren en zich vestigen in Canada. Vaak is de heimwee naar Holland zeer sterk. Men kan die binding niet met een knop uitzetten zoals het licht, hoe graag men dat ook zou willen.

Dit overziend kunnen we zeggen dat alle mensen zich hechten en daardoor sterke bindingen aangaan met objecten. Tot die objecten kunnen behoren de woonplaats, een kerk, een konijn of een politieke stroming. Ook hechten mensen zich sterk aan bepaalde soorten voedsel, drank, drugs, of aan specifieke rituelen zoals bij het slapen gaan of opstaan. Alle sterke bindingen die we aangaan maken ons in zekere mate afhankelijk van het betreffende object.

Heimwee, als manifestatie van afhankelijkheid, kan zo sterk zijn dat men de emigratie opgeeft! Mensen die van elkaar zijn gescheiden en een huwelijk aangaan met een ander, kunnen uiteindelijk toch weer aan de eerder verlaten band de voorkeur geven en opnieuw met elkaar trouwen. De afhankelijkheid kan variëren van zwak tot zeer sterk. Bovendien wordt vaak pas duidelijk hoe sterk een afhankelijkheid is wanneer men het object ervan moet missen.

De term ‘verslaving’ wordt gebruikt voor een sterke binding (en daarmee afhankelijkheid) die tot moeilijkheden heeft geleid. Men is sterk afhankelijk geworden van een object dat maatschappelijk moeilijk ligt, zoals seks of heroïne. In onze cultuur worden afhankelijkheden op verschillende manieren beoordeeld. Afhankelijkheid van de welgezindheid van een partner wordt vrijwel nooit negatief beoordeeld of ‘verslaving’ genoemd. Afhankelijkheid van medicamenten wordt als gewoon beschouwd. Als men elke dag meerdere malen een medicament moet nemen om de bloeddruk te reguleren, zal niemand dat als een ‘verslaving’ beoordelen. Maar als men vaak medicijnen neemt, zonder dat een medicus daaraan zijn goedkeuring heeft gegeven, wordt het anders. Wanneer iemand dagelijks morfine of amfetamine neemt en dat nodig heeft om goed te functioneren, wordt dat altijd als verslaving gezien, ook als anderen daarvan niets merken. Wij maken dus een belangrijk onderscheid tussen de verschillende afhankelijkheden die wij als mensen vertonen: afhankelijkheid van een partner is ‘normaal’, van een hond ook, maar van drugs bijna nooit -­‐ tenzij het om alcohol of tabak gaat. Dan is dagelijks gebruik, gevestigd in een vast patroon van consumptie, niet automatisch een maatschappelijk sterk verworpen ‘verslaving’, maar eerder een ‘slechte gewoonte’.

Al deze woorden waren nodig als inleiding voor het volgende voorstel over het begrip
verslaving:

Laten wij leren afhankelijkheid te zien als een van de fundamentele kenmerken van het menselijke bestaan.

Op het moment dat we afhankelijkheid zien als de normale menselijke conditie, waarbij voor het bestaan ervan het object van de afhankelijkheid er niet toe doet, kunnen we veel neutraler omgaan met een stel afhankelijkheden die nu ‘verslaving’ worden genoemd. Alleen bindingen die in onze cultuur tot sterk negatieve sociale of culturele gevolgen leiden worden verslaving genoemd. Dat Piet zich pas rustig voelt als hij met zijn hond op de bank zit, is een cultureel niet-­‐negatief beoordeelde afhankelijkheid van Piet. Geen verslaving dus. Maar zodra men van Piet weet dat hij zich pas rustig voelt als hij elke dag 100 mg morfine neemt, wordt een zeer negatief beoordeelde afhankelijkheid van hem bekend, die grote sociale gevolgen kan hebben. Het is dus niet zozeer de ‘afhankelijkheid’ van Piet die een rol speelt maar het object ervan. De hond is oké, morfine die niet medisch is voorgeschreven is
niet oké. [3]

In mijn voorstel zijn alle vormen van afhankelijkheid die mensen hebben in principe oké. Omdat niemand aan afhankelijkheden ontkomt, oordelen we er niet over. Of iemand lid is van de Hervormde Kerk, of volkomen ongelovig -- en waarom -- wij oordelen er niet over. Of iemand zich goed voelt in zijn afhankelijkheid van Flappie het konijn, wij oordelen er niet over. Of iemand zich goed voelt in zijn afhankelijkheid van zijn dagelijkse roesmiddel, we bemoeien ons er niet mee. Waarom men die afhankelijkheden heeft (de motieven), wij oordelen er niet over.

Afhankelijkheid kan schade veroorzaken

Omdat mensen zich alleen kunnen ontwikkelen en overleven in een fijnmazig netwerk van afhankelijkheden is het niet mogelijk om zich uit dat netwerk te bevrijden. Maar elke volwassen persoon heeft in theorie de competentie zich te ontdoen van een specifieke afhankelijkheid. Dat is moeilijk tot zeer moeilijk, maar het kan worden geprobeerd, met een kans op succes. Of zo een poging wordt gewaagd, is aan de persoon die het aangaat en niet aan een buitenstaander, zelfs niet aan een partner. Als iemand wil stoppen met een drug of een relatie, maar dat lukt niet of loopt uit op ondraaglijke rouw, kan men ervoor kiezen in drugs-­‐ of relatietherapie te gaan. Dit geldt ook voor heimwee of eet-­‐ en slaapgewoonten die men als beklemmend of zelfs dysfunctioneel ervaart. Men kan hulp inroepen als het niet op eigen kracht lukt de sterke afhankelijkheid op te geven of aan te passen. Als een specifieke afhankelijkheid tot onverdraaglijke schade leidt, kunnen ook anderen ingrijpen. [4] Het is niet ongewoon dat mensen zich zonder dwang laten helpen met hun afhankelijkheden. Hulp die kan resulteren in het verbreken van de afhankelijkheid, maar net zo goed in het leren deze beter te accepteren, of er op een minder schadelijke manier mee om te gaan. Maar voor de meeste mensen is het onnodig om de relaties met hun (sterke) afhankelijkheden aan te vullen met regie door derden.

In alle gevallen is dwangbehandeling voor een afhankelijkheid ongepast. In mijn voorstel hebben mensen daarentegen de volledige vrijheid en het volste recht zich (sterk) afhankelijk te weten, en te blijven, van welk object dan ook.

Onze wetten maken bij aanvaarding van mijn voorstel geen onderscheid meer tussen de verschillende afhankelijkheden die mensen ontwikkelen. Stoffen die ‘afhankelijk’ maken worden evenmin verboden als dieren, muziekstukken of woonplaatsen die afhankelijk maken. Alle afhankelijkheid is in principe geoorloofd en nooit onderworpen aan de goedkeuring door een ander. Wat de ene mens een correcte afhankelijkheid noemt, bijvoorbeeld een sterke verbondenheid met een kerk, kan door de ander als schadelijk, een doodzonde of hoogst neurotisch worden gezien! Dat zal altijd wel zo blijven, maar onze wetgeving en de dokter blijven daarbuiten.

Zoals we Vrijheid van Godsdienst hebben, zo zouden we ook Vrijheid van Afhankelijkheid moeten hebben. Pas dan is afhankelijkheid geëmancipeerd, en is het begrip ‘verslaafd’ net zo passé als het begrip ‘behekst’.

Noten

  1. "En wellevendheid bestaat vaak uit het verstaan en respecteren van de afhankelijkheden van de Ander, en die niet beschimpen in naam van de moraal." Albert Memmi, La Dépendance, Gallimard (Paris) 1979, p. 165.
  2. Het woord ‘object’ slaat op alles, dus ook op niet-tastbare symbolen, gevoelens, levende wezens, ideologieën et cetera.
  3. Morfine wordt pas oké als men die neemt vanwege pijn en op voorschrift van een arts. Dit laat zien dat een object dat verkeerd is, weer goed kan worden als het motief dat bij de consumptie hoort cultureel dan wel moreel wordt aanvaard.
  4. Politici of wetenschappers, totaal gewijd aan hun carrière, kunnen zich geconfronteerd zien door een echtgenoot die scheiding aanvraagt. En als alcoholgebruik zo prioritair wordt dat ouders zich niet meer om hun kinderen bekommeren, kan men zelf, net als de familie of de Staat, interveniëren. Schade is dan het criterium, niet afhankelijkheid.