Boekhout van Solinge, Tim (1996), Cannabis in Frankrijk. In: Peter Cohen & Arjan Sas (Eds.) (1996), Cannabisbeleid in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Amsterdam: Centrum voor Drugsonderzoek, Universiteit van Amsterdam. pp. 121-122.
© Copyright 1995 Tim Boekhout van Solinge. All rights reserved.

[PDF] [French] [Previous] [Next]

Nabeschouwing

Tim Boekhout van Solinge

In dit rapport is een overzicht gegeven van de situatie met betrekking tot cannabis in Frankrijk. Het onderwerp werd gecompliceerd door het feit dat de wet geen onderscheid maakt tussen de verschillende soorten drugs. Hierdoor konden niet altijd specifieke gegevens over cannabis worden gevonden, zoals bijvoorbeeld het aantal veroordelingen voor het gebruik/bezit van cannabis.
In hoofdstuk 1 is duidelijk geworden dat, in tegenstelling tot vaak wordt gedacht, slechts een zeer klein deel van de cannabis op de Franse markt afkomstig is uit Nederland. Het gros van de cannabis bestaat uit Marokkaanse hasjiesj en deze komt meestal direct (via Spanje) naar Frankrijk.
De beschikbare prevalentiecijfers met betrekking tot het gebruik van cannabis willen onderling nogal eens verschillen. Ondanks deze beperking wordt wel duidelijk dat cannabisgebruik geen marginaal verschijnsel is binnen de Franse samenleving, vooral niet onder de jeugd. Volgens verschillende kwalitatieve studies die zijn uitgevoerd in wooncomplexen (cités) van verschillende voorsteden, is het gebruik van cannabis onder de jeugd hier een wijdverbreid verschijnsel.
Het officiële beleid met betrekking tot cannabis is streng: geen enkel gebruik wordt getolereerd. In de provincie wordt dit inderdaad vaak niet getolereerd, in de steden is de situatie geheel anders, zowel van de zijde van de politie als van de zijde van het openbaar Ministerie.

De relatie tussen Nederland en Frankrijk wordt al enige tijd vertroebeld door het drugsvraagstuk. Dit is vooral een probleem voor Nederland, omdat het vaak wordt bekritiseerd door Frankrijk. Nederland zou een te laks beleid voeren door toe te staan dat zijn bevolking zich drogeert en Nederland zou te weinig doen ter bestrijding van de drugshandel. In Frankrijk wordt Nederland daarom wel eens de drugs-supermarkt van Europa genoemd.
Omdat er zo vaak Franse kritiek is op het Nederlandse drugsbeleid (zoals weer bleek tijdens de onderhandelingen om het akkoord van Schengen), bestaat in Nederland wel eens de indruk dat 'alle' Fransen tegen het Nederlandse drugsbeleid zijn. Deze indruk wordt nog versterkt als Franse burgers in Nederland komen demonstreren, zoals vorig jaar het geval was toen uit Noord-Frankrijk een groep Fransen hiervoor naar Rotterdam kwam.
Een aanzienlijk deel van de publieke opinie is misschien ook wel tegen het Nederlandse drugsbeleid, maar hierbij moet niet worden vergeten dat men slecht is geïnformeerd over drugs. Aangezien er in Frankrijk geen formeel onderscheid wordt gemaakt tussen soft- en harddrugs, maken Fransen dit onderscheid ook niet altijd. De meeste jongeren maken dit onderscheid wel, maar de vorige generatie (hun ouders) lang niet altijd.
Wat men in Nederland niet zo vaak hoort, is dat er in Frankrijk veel kritiek is op het Franse drugsbeleid. In eerste instantie richtte deze kritiek zich op het beleid, of het ontbreken daarvan, ten aanzien van de verslavingsproblematiek. Tegenwoordig staat ook het 'cannabisbeleid' (of beter gezegd het feit dat cannabis nog steeds strafbaar wordt gesteld) aan kritiek bloot.

Ondanks al deze voor Nederland schijnbaar positieve ontwikkelingen, is er op politiek niveau in Frankrijk nog steeds weinig beweging te bespeuren. De uitspraken van president Chirac, premier Juppé en Minister van Binnenlandse Zaken Debré voorspellen wat dat betreft niet veel goeds.
Een structureel probleem lijkt te zijn dat men in Frankrijk nog steeds slecht is ingelicht, of slecht wordt ingelicht over de Nederlandse situatie. Dit is jammer, want vooral op lokaal niveau, zo bleek tijdens gesprekken en interviews, is men hier wel in geïnteresseerd. Soms omdat men van mening is dat het Nederlandse beleid pragmatischer is, soms omdat men denkt dat in Nederland de drugsproblematiek groter is dan in Frankrijk. Men wil dan wel weten hoe Nederland met het probleem omspringt. Nederland doet er wel veel aan zijn beleid in den vreemde uit te leggen, maar tegen (bijvoorbeeld) cijfers volgens welke de drugsprevalentie in Nederland lager is dan in Frankrijk, wordt met ongeloof aangekeken.

[Previous] [Next]