Boekhout van Solinge,
Tim (1996), Cannabis in Frankrijk. In: Peter Cohen & Arjan Sas (Eds.)
(1996), Cannabisbeleid in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Amsterdam: Centrum voor Drugsonderzoek, Universiteit van Amsterdam. pp.
79-128.
© Copyright 1995 Tim Boekhout
van Solinge. All rights reserved.
Cannabis in Frankrijk
Inhoud
Tim Boekhout van Solinge
Inleiding
1. Cannabis in Frankrijk
2. De prevalentie van cannabisgebruik
- De steekproef van het 'SOFRES'
- De steekproeven van het 'Comité Français d'Education pour la Santé' (CFES)
- Baromètre Santé
- De enquête 'Adolescents' van Marie Choquet & Sylvie Ledoux
- De enquête van het 'Institut National de Recherche Pedagogique' (INRP)
- De urinetests van het Ministerie van Defensie
- Nog enkele kwalitatieve gegevens
3. Het officiële beleid met betrekking tot cannabisgebruik
- De wet met betrekking tot het gebruik van cannabis
- De circulaires van het Ministerie van Justitie
- Het nieuwe wetboek van strafrecht
4. De uitvoering van het beleid in de praktijk
5. Het debat over de actuele situatie
Nabeschouwing
Lijst van geïnterviewde personen
Noten
Inleiding
S'il existait un gouvernement qui eût intérêt
à corrompre ses gouvernés, il n'aurait qu'à encourager
l'usage du cannabis.[1]
Dit adagium van Baudelaire (1821-1867) wordt in Frankrijk wel eens aangehaald
als antwoord op de vraag waarom cannabisgebruik strafbaar wordt gesteld.
Men leest het bijvoorbeeld in een drugs-informatieboekje, een argumentaire
antidrogue, bestemd voor douaniers, gendarmes en politieagenten die
vragen beantwoorden of voorlichting geven over drugs (op bijvoorbeeld
scholen in het kader van drugspreventieprogramma's). In dit boekje staan
veelgestelde vragen over drugs, en de bijpassende antwoorden. Eén
van de meest gestelde vragen is: 'waarom het gebruik van hasjiesj verbieden?'
De eerste antwoordmogelijkheid die het boekje geeft is het citaat van
Baudelaire. De tweede mogelijkheid is: 'cannabis is een drug en een drug
is een vergif'.[2]
Het is tekenend voor het Franse drugsbeleid en de preventieprogramma's
die daar een onderdeel van vormen, dat dergelijke afschrikwekkende argumenten
worden gebruikt om druggebruik te voorkomen, want het Franse drugsbeleid
is in de eerste plaats prohibitionistisch. Niet alleen is dit beleid naar
de letter, de wetteksten, één van de strengste van de Europese
Unie, ook in de toepassing van de wet (die weliswaar niet geheel de wet
volgt) is dit beleid streng.
Sinds enkele jaren is er in Frankrijk een discussie over het drugsbeleid.
Als het Aids-probleem niet zo'n grote omvang had gehad in Frankrijk, was
deze discussie er waarschijnlijk niet gekomen, want hier was gebleken
hoe funest een prohibitionistisch beleid kan zijn. De Aids-kwestie was
in Frankrijk al zo gevoelig door de affaire met de transfusie van bloed
dat met Aids was besmet. Sindsdien zijn er wat zaken veranderd: er wordt
methadon verstrekt -zij het nog op kleine schaal- en het is tegenwoordig
mogelijk spuiten bij de apotheek te kopen.
De drugswetgeving, gebaseerd op een wet uit 1970, is echter nog even streng.
De Franse wetgeving maakt geen onderscheid tussen cannabis en andere drugs,
wat betekent dat cannabisgebruik nog steeds neerkomt op een misdrijf.
Sinds ongeveer twee jaar is ook hier een discussie over losgebarsten.
Het debat werd gelanceerd door Charles Pasqua, destijds Minister van Binnenlandse
Zaken, waarschijnlijk omdat het hem onrust baarde dat de wet niet overal
meer werd toegepast. Met andere woorden, er werd in zijn ogen niet genoeg
opgetreden tegen het gebruik van drugs, cannabis in het bijzonder. De
discussie die vervolgens ontstond spitste zich toe op wat wordt genoemd
de dépénalisation de l'usage du cannabis, wat betekent
dat het gebruik van cannabis niet langer strafbaar wordt gesteld. Dit
is dus iets anders dan het legaliseren van (het produkt) cannabis.
In een periode van één jaar zijn er vervolgens drie prestigieuze
commissies of instanties geweest die zich hebben uitgesproken voor het
niet langer strafbaar stellen van het gebruik van cannabis: De Association
Nationale des Intervenants en Toxicomanie (ANIT), het Comité
Consultatif National d'Ethique (CCNE) en de Commission Henrion.
De laatste was een commissie (de `commissie van wijzen') die onder de
regering Balladur was benoemd en belast was met het opstellen van een
rapport over het drugsbeleid. De regering echter, zo ook de huidige regering
Juppé en de nieuwe President Chirac, lijken de aanbevelingen niet
te willen, of niet te durven overnemen.
In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de situatie met betrekking
tot cannabis in Frankrijk. Allereerst, in hoofdstuk 1, wordt het onderwerp
verduidelijkt. Wat is cannabis in Frankrijk, waar komt hij vandaan, hoe
lopen zijn handelskanalen, etc. In hoofdstuk 2 zullen de beschikbare prevalentiecijfers
van cannabis worden gepresenteerd. Vervolgens, in hoofdstuk 3 en 4, wordt
ingegaan op de Franse wetgeving, de uitvoering van het beleid in de praktijk
en het spanningsveld tussen deze beide. Hoofdstuk 5 zal verder ingaan
op wat zojuist in de inleiding al werd aangesneden, het debat over de
huidige situatie.
Voor dit rapport zijn verschillende bronnen geraadpleegd. Allereerst vele
documenten, zoals wetenschappelijke boeken en artikelen, regeringsrapporten
en artikelen uit de pers. Daarnaast zijn veel opnames bekeken van televisieprogramma's
die handelden over drugs en drugsbeleid. Tot slot zijn vele interviews
gedaan en gesprekken gevoerd, zoals met (onder andere) artsen, hulpverleners,
straatwerkers, wetenschappers, advocaten, politieambtenaren, officieren
van justitie en cannabisgebruikers.